|
De Hang Tuah
De Hikayat Hang Tuah is de Odyssee in proza van het Maleis.
De versie in de Romeinse transcriptie van het Maleis heeft een
omvang van een kleine vijfhonderd bladzijden van een kleine vierhonderd
woorden, in totaal zo'n 185.000 woorden1. De vertaling naar het Duits,
de enige in een West-Europese taal, heeft een omvang van een
kleine zeshonderd pagina's van een dikke driehonderd woorden,
in totaal ook zo'n 185.000 woorden2.
De hikayat is een Maleis literair genre3 dat nu eens in vertaling
geschiedenis4,5 wordt genoemd, dan weer
verhaal6.
Ook worden de termen epos7,
roman8
en vertelling9
gebruikt. Een gedateerde encyclopedie spreekt van mythische roman10. En
een bewerking in het Engels is verschenen als de avonturen van11. In
diezelfde taal wordt ook vaak gesproken van een romance12.
De Hikayat Hang Tuah is proza. Maar wel weer proza dat dichterlijk
klinkt dankzij de vele rituele formuleringen en verwijzingen
naar een exotische, want verdwenen en/of verzonnen, cultuur en
natuur.
En om het nog ingewikkelder te maken, in de Maleise literatuur
zijn sterke invloeden aan te wijzen van de Indiase, Perzische,
Arabische, Javaanse en Polynesische culturen en talen.
Een hykayat kan niet alles zijn, maar wel van alles wat. Ik spreek
bij zo'n gebrek aan eenduidigheid en in navolging van de Hang
Tuah voor kinderen13
graag kortweg van de Hang Tuah.
De twee beroemdste handschriften van de Hang Tuah worden bewaard
in de Nationale Bibliotheek van Maleisië in Kuala Lumpur.
De tweehonderd jaar oude werken zijn onlangs voorgedragen om
ingeschreven te worden in het Memory of the World Register van
de Unesco14.
De bedoeling daarvan is ze te behouden voor de eeuwigheid. Her
en der zijn, dankzij speurwerk van oriëntalisten als de
Nederlander H.C. Klinkert (1829-1913) en de Brit W.G. Shellabear
(1862-1948), nog enkele handschriften van de Hang Tuah te vinden.
Net als de Odyssee is de Hang Tuah een tekst die oorspronkelijk
waarschijnlijk werd (door)verteld en pas later op een niet te
volgen15
manier werd opgeschreven. Geen twee handschriften zijn gelijk.
Wel zijn ze allemaal gesteld in hetzelfde schrift, het Jawi,
een transcriptie van het Maleis in een aangepast Arabisch die
handelaren in de veertiende eeuw op het Maleisische schiereiland
introduceerden. Tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw
verscheen nog drukwerk in het Jawi maar sindsdien wordt eigenlijk
alleen nog maar gedrukt in de Romeinse transcriptie van het Maleis,
door Maleisiërs Rumi genoemd. Ook de Hang Tuah verscheen
in het voor westerlingen toegankelijker Romeinse schrift. In
Nederland zijn zowel Jawi- als Rumi-versies van de Hang Tuah16 in
omloop. Nou ja, 'Rumi-versies', wij spreken van Maleis uit Nederlandsch-Indië.
Hang Tuah heeft misschien echt bestaan. In de Sejarah Melayu,
een geschiedenis van de Maleiers, die in het tweede decennium
van de zeventiende eeuw werd opgeschreven, komt hij voor als
dienaar van verschillende vorsten. Hij klimt hoog op in de hiërarchie
en brengt het tot laksamana, opperbevelhebber van de zeestrijdkrachten.
De vraag is wel hoe lang hij heeft geleefd. Dankzij kenners van
de Sejarah Melayu17
is uit te rekenen dat dat zo'n 150 jaar zou moeten zijn want
hij ging in 1380 al met Sultan Mansur Syah op reis naar het Javaanse
rijk Majapahit en zou vlak voor de oorlog tussen Siam en Pahang
in 1509, twee sultans verder, zijn gestorven. Ofwel, zo er al
een Hang Tuah heeft bestaan, dan had die van meet af aan onwerkelijke
proporties.
In de Hang Tuah gaat dat nog een heel stuk verder. De held, van
eenvoudige komaf, is extreem goed, extreem mooi, extreem geleerd,
extreem slim, extreem wijs en extreem sterk. Hij staat op verbazingwekkend
intieme voet met plant en dier, land en water, zon en wind. Hij
begrijpt mensen beter dan ze zichzelf begrijpen.
De vorst wordt op Hang Tuah opmerkzaam gemaakt als de held nog
maar een jongen is. Al gauw vertrouwt de vorst de jongen belangrijke
missies toe. Uiteindelijk komt Hang Tuah in Sumatra, Java, China,
Siam, Keling en Rum. Onderweg verslaat hij vijanden en maakt
hij vrienden. Op weg naar Rum, Byzantium, bezoekt hij het graf
van Eva, maakt hij een bedevaart naar Mekka en doet hij Egypte
aan. En dat allemaal alleen maar om zijn heer en zijn land te
dienen. Hang Tuah laat zich zelfs levend begraven om de vorst
voor diens dood te kunnen vertellen wat een mens daar meemaakt.
Al doende draagt Hang Tuah er, min of meer in zijn eentje, veel
aan bij dat een vóór zijn tijd gesloten huwelijk
tussen Sang Pertala Dewa, de machtigste koning uit het godenrijk,
en Kemala Ratna Pelinggam, de mooiste prinses van de wereld,
leidt tot het gewenste resultaat, namelijk dat de zoon uit dat
huwelijk en diens kinderen en kindskinderen heersers der aarde
worden tot aan het einde der tijden. Hang Tuah wordt geboren
in de tijd dat een kleinkind van het echtpaar vorst van Bintan
is. En hij verdwijnt van de wereld vlak voordat een monsterverbond
van Hollanders en Maleiers in werkelijkheid op 21 januari
1641 de Portugezen verdrijft die in werkelijkheid in
1511 Melaka hadden veroverd met geweren en kanonnen op buskruit.
Toen Hang Tuahs tijd kwam, trok hij zich met een leraar terug
op de berg Jugra en verdween hij uit zicht. Maar in de laatste
alinea van de hikayat blijkt dat hij nog leeft. Hij woont bij
de bron van de Perakrivier in Perak en laat zich daar nog wel
eens zien. Hij vertelt aan wie dat horen wil dat hij niet meer
wil trouwen.
Het moeilijkste gevecht dat Hang Tuah tijdens zijn actieve loopbaan
moest leveren, was de strijd met zijn jeugd- en boezemvriend
Hang Jebat. Op zeker moment luisterde de vorst naar laster over
Hang Tuah en veroordeelde hem onterecht ter dood. Maar de verantwoordelijke
minister voerde dat vonnis niet uit en liet Hang Tuah onderduiken.
Hang Jebat kreeg van de vorst Hang Tuah's kris Taming Sari maar
dat weerhield hem er niet van zich sterk tegen de vorst te verzetten
vanwege diens onrechtvaardige behandeling van Hang Tuah. De vorst
trok zich uit zijn paleis terug omdat hij wist dat hij zonder
Tuah geen partij was voor Jebat. Toen hij er uiteindelijk achter
kwam dat zijn vonnis niet was uitgevoerd, liet hij Hang Tuah
onmiddellijk halen en droeg hem op Hang Jebat te doden. Zo geschiedde.
In een gevecht van drie volle dagen. Deze episode is het dramatische
hoogtepunt van de hikayat. In Nederland is er een toneelstuk
over geschreven18.
De structuur van de Hang Tuah is hecht, lectuur ervan een groot
plezier. Daar is iedereen het over eens. 'De enige originele
romance19
over de typisch-Maleische held20 is het mooiste boek uit
de Maleise literatuur21
en door zijn conceptie en visie imponerend, ik durf wel te zeggen,
groots, terwijl het zich laat lezen als een levendige avonturenroman,
vol afwisseling, humor en beschrijvingen van vreemde gebruiken
maar ook met allerlei trekken die ook de Westerse mens als menselijk
karakteriseert22.'
Het is een zin die zich eenvoudig uit een aantal citaten laat
construeren. Ook is iedereen het erover eens dat het heel jammer
is dat het boek in ons deel van de wereld zo onbekend is. Zoals
gezegd, er is alleen een vertaling naar het Duits.
In Maleisië is Hang Tuah een held gebleven. Alle kinderen
krijgen op school over hem te horen. Hij heeft een mausoleum
in Tanjung Kling. En bij zijn geboortehuis in Kampung Duyong
is een bron die naar men zegt geneeskrachtig water levert. Beide
plaatsen zijn toeristische trekpleisters. In veel plaatsen in
Maleisië is een Jalan Hang Tuah, een Hang Tuahstraat. De
sultan van Perak draagt bij officiële gelegenheden nog steeds
de Taming Sari, de kris van Hang Tuah. De Maleise marine heeft
drie fregatten en twee corvetten die naar Hang Tuah en zijn vrienden
Jebat, Kasturi, Lekir en Lekiu zijn genoemd. In de jaren vijftig
van de twintigste eeuw is de Hang Tuah verfilmd met in de hoofdrol
de uiterst populaire zanger, acteur, componist en regisseur Puteh
Ramlee. Politici worden in de media met figuren uit de Hang Tuah
vergeleken. Op hun beurt houden politici het volk het gedrag
van helden uit de Hang Tuah voor. Conservatieven verwijzen al
sinds mensenheugenis naar de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid
van Hang Tuah aan zijn heer. In het proces van dekolonisatie
na de Tweede Wereldoorlog begonnen emancipatiebewegingen zich
te beroepen op de figuur van Hang Jebat en zijn gerechtvaardigde
verzet tegen de onrechtvaardigheid van de vorst. Ook Jebat heeft
een mausoleum.
In de Republik Indonesia is Hang Tuah ook nog steeds een begrip.
Toen de Nederlandse marine op 28 december 1949 het korvet Hr.Ms.
Morotai overdroeg aan de ALRI, de Indonesische marine, werd het
schip RI Hang Tuah gedoopt. Het was het paradepaardje. Maar op
28 april 1958, tijdens een clandestiene CIA-operatie, werd de
RI Hang Tuah op de rede van Balikpapan door de Amerikaanse vlieger
William H. Beale Jr. (1931) vanuit een Douglas B-26B Invader
gebombardeerd en tot zinken gebracht23. Enkele tientallen opvarenden
kwamen om. Nog steeds brengen de manschappen van passerende marineschepen
op de plaats des onheils een plechtige groet. Op 12 mei 1987
opende admiraal Rudolf Kasenda, toen chef staf, nu buiten dienst,
in Surabaya de Universitas Hang Tuah, een universiteit waar alle
wetenschappelijke disciplines worden onderwezen die met de zee
te maken hebben en voor de marine van belang zijn. En tenslotte
heet ook in Jakarta één van de grootste straten
de Jalan Hang Tuah.
Rudy Kousbroek heeft verzucht dat de Indonesische literatuur
zo dichtbij lijkt maar zo ver weg is. 'Hoe komt het toch dat
er maar zo weinig Nederlandse vertalingen verschijnen?'24 De
Hang Tuah is een verbijsterend voorbeeld. Al in het begin van
de achttiende eeuw noemde de Nederlandse reiziger Francois Valentyn
(1666-1727) het boek 'een zeldzame edelsteen'25 en sindsdien waren er
veel geleerden die de Hang Tuah hoogachtten en de vertaling hadden
kunnen maken. Ze deden het niet. Ook in het Verenigd Koninkrijk
kwam het er niet van.
Wel danken we indirect aan het Verenigd Koninkrijk en Nederland
een goede Duitse vertaling. De Duitser Hans Overbeck was procuratiehouder
bij de firma Behn, Meyer & Co en pendelde van 1904 tot 1914
tussen Singapore en Surabaya. Hij vatte in die tijd een grote
liefde voor Maleiers en Javanen op en begon over hun cultuur
te schrijven. In 1914 verschijnen zijn eerste artikelen. Maar
hij wordt in datzelfde jaar, bij het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog, in Singapore opgepakt en geïnterneerd. In
1915 wordt hij overgebracht naar barakken in Australië.
Het eerste wat daarna weer van hem wordt vernomen, is een aankondiging
van zijn Hang Tuah-vertaling in maart 1922. In de ondertekening
van zijn voorwoord meldt Overbeck dat hij de vertaling maakte
tussen Tanglin Barracks, Singapore, maart 1915 en Trial Bay Detention
Barracks, N.S.W., Australië, mei 1918. Dus had zijn detentie
toch nog zin. Na 1922 publiceert hij jaar in jaar uit artikelen
in wetenschappelijke tijdschriften. Als leek, zoals hij zelf
zegt, want hij maakt carrière bij zijn bedrijf en draagt
grote zakelijke verantwoordelijkheden. Maar zijn werk is van
grote waarde. In de tijd dat het einde van de koloniale verhoudingen
in zicht komt en nog onbekend is wat daarvoor in de plaats komt,
legt hij veel vast. En hij maakt omvattende plannen voor het
behoud, de verzorging en de ontwikkeling van de Indonesische
cultuur. Op 10 mei 1940 krijgt het Nederlandse bestuur in Nederlandsch-Indië
het codewoord 'Berlijn' door. Nederland is in oorlog en alle
Duitsers moeten worden geïnterneerd. Ook Overbeck wordt
opgepakt. Hij weet zijn bibliotheek en handschriften nog onder
te brengen bij het museum Sana Boedaja26 in Jogyakarta. Uiteindelijk
komt hij terecht in 'Block C27
(of E?28)
voor joden en ongevaarlijke, niet-nazistische geïnterneerden'
van het kamp Lawé Sigala-gala in de Alas-vallei in Zuid-Aceh,
samen met bijvoorbeeld Walter Spies, de Duitse schilder op Bali
die de kecak choreografeerde en aan zijn huidige vorm hielp.
Na de aanval op Pearl Harbor begint de Nederlandse overheid haast
te maken met het transport van de geïnterneerden naar elders.
Overbeck zit bij het derde en laatste transport uit het kamp
en vertrekt op nieuwjaarsdag 1942. Op 18 januari komt hij op
het vrachtschip Van Imhoff terecht. Op 19 januari wordt dat schip
door een Japanse bommenwerper beschoten. De Van Imhoff maakt
slagzij en de Nederlandse bemanning van 146 man verlaat het schip
op vijf reddingsloepen, met achterlating van alle geïnterneerden.
Die weten het schip te verlaten maar kunnen alleen beschikken
over wat reddingsvlotten en een zeilsloep met plaats voor zo'n
150 man. De Van Imhoff zinkt. Van de 473 Duitse gevangenen worden
er uiteindelijk 65 gered29.
De rest komt om. Overbeck en Spies zitten daarbij.
Voor de slachtoffers is een monument opgericht in Hamburg. De
Nederlandse overheid probeerde het schandaal jaren lang in de
doofpot te stoppen. In Duitsland is de ramp nooit vergeten.
Ter zake. Ik zou de Hang Tuah graag grotere bekendheid geven
en daarmee weer iets meer duidelijk maken van wat Maleisiërs
en Indonesiërs bezielt. Ik stel me voor dat in twee stappen
te doen. Het kost mij betrekkelijk weinig moeite om de Hang
Tuah untuk anak-anak, een strip met vaak letterlijk uit het
grote mensen-boek overgenomen teksten, te vertalen en vorm te
geven. Dat is stap één, bedoeld om de Hang Tuah
in lichte vorm te presenteren. Daarna wil ik mij zetten aan de
vertaling van de Hikayat Hang Tuah. Dat is stap twee.
En ik probeer, tenslotte, een native speaker van het Engels bereid
te vinden met mij op te werken zodat aan het eind van de rit
twee goede vertalingen van de Hang Tuah beschikbaar komen in
de naties die het Maleise taalgebied eeuwen lang hebben gekoloniseerd.
1 Hikajat hang toeah, Koninklijk Bataviaasch
genootschap, Weltevreden, 1924
2 H.
Overbeck (vert.), Die Geschichte von Hang Tuah, Eine Erzählung
aus dem 16. Jahrhundert über de malaiischen Volkshelden,
Gustav Kiepenheuer Verlag, Leipzig und Weimar, 1986 & Georg
Müller Verlag, München, 1922
3 Shelly
Errington, A study of genre: meaning and form in the Malay
Hikayat Hang Tuah, Cornell University, New York, 1975
4
G.K. Niemann, Bloemlezing uit Maleische geschriften, Martinus
Nijhoff, s Gravenhage, 1906
5 Zie
voetnoot 2
6 Richard
van Leeuwen, De wereld van Sjahrazaad, Uitgeverij Bulaaq,
Amsterdam, 1999
7 Carel
Voorhoeve, Toeah en Djebat: episode uit het oud-Maleise epos
Hikayat Hang Toeah, Leopold, Den Haag
8 A.
Teeuw, Forum der letteren, mei 1960, Sijthoff, Leiden
9 Zie
voetnoot 2
10
Grote Winkler Prins, zevende geheel nieuwe druk, Elsevier, Amsterdam,
Brussel, 1969
11
M. C. Sheppard, The adventures of Hang Tuah, Eastern Universities
Press, Singapore, 1959 (1949)
12
Sir Richard Olof Winstedt, A History of Classical Malay Literature,
1940, Malaysian Branch of the Royal Asiatic Society Reprint no.12,
1991
13
Hang Tuah untuk anak-anak, Balai Pustaka, Jakarta, 1951
14
5th Meeting of the Memory of the World International Advisory
Committee, Cheongju City, Republic of Korea, 27 - 29 June 2001
15
Zie de voetnoten 2, 4 en 8
16
Zie voetnoot 1 voor de Rumi-versie en voetnoot 4 voor de Jawi-versie
17
J.J. de Hollander, Handleiding tot de kennis der Maleische
Taal en Letterkunde, Breda, 1845
18
Zie voetnoot 7
19
Zie voetnoot 12
20
C. Hooykaas, Over Maleische Literatuur, Leiden, 1937
21
Zie voetnoot 2
22
Zie voetnoot 8
23
K. Conboy & J. Morrison, Feet to the fire, Naval Institute
Press, Annapolis, 1999. Ik heb de aanval met eigen ogen gezien.
24
Rudy Kousbroek, Het Oostindisch kampsyndroom, Meulenhoff,
Amsterdam, 1992
25
Kurt Huber in een nawoord bij Overbecks vertaling, 1986
26
Anno 2001 de Taman Budaya?
27
Ulrich Kratz in een nawoord bij Hans Overbeck, Sejarah Melayu
& Hikayat Hang Tuah (beiden verkort), Eugen Diederichs
Verlag, Düsseldorf/Köln, 1976
28
C. van Heekeren, Batavia seint: Berlijn, Nijgh & Van
Ditmar, s-Gravenhage, 1967/1983
29
L. de Jong, Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldorlog,
deel 11 a, tweede helft, RIOD/Sdu/Boom, Den Haag/Amsterdam, 1984/1995
|