Wie met kerst
niets versiert, is gek. Kerst moet dus een eldorado zijn voor de professionele
versierders. Maar een lange zoektocht naar ontwerpers en vormgevers van
typische kerstversiering in kleine oplage loopt dood. Tot op de valreep
Lisa de Wit wordt gevonden. Ze is 32 jaar, opgeleid voor het ontwerpen
van mode en textiel, dessinontwerpster, vormgeefster, fotografe, verzamelaarster.
Ze heeft zes onvergetelijke altaartjes gemaakt. Is het mogelijk dat kerst
nooit meer wordt wat het was?
Rituelen gaan nergens over en daarom veranderen ze niet, dat is in het kort de stelling van de Amsterdamse filosoof in Berkeley, Frits Staal. Het zijn praktijken zonder zin of doel, die niemand begrijpt, maar iedereen angstvallig in stand houdt. Juist omdat niet bekend is waar een ritueel goed voor is, wordt het met een overgave uitgevoerd die niet normaal meer is. Het lijkt op een neurose, weet Staal van Freud. Je kunt ervan genezen, maar dan hou je ermee op. Staal baseerde zijn stelling op onderzoek van de Agnicayana, het Vuuraltaar, een 3000 jaar oud Vedisch ritueel, dat zo af en toe nog wordt uitgevoerd door brahmanen in het zuiden van India. Een buitenstaander ervaart die gebeurtenis als buitengewoon exotisch en dicht bij het heilige. Hij wil best geloven dat grote geleerden zich over zoiets bijzonders gebogen hebben. Maar kun je de inzichten, die dat oplevert, ook op kerstmis toepassen? Het lijkt erop. Kerst op 25 december is in het jaar 354 voor het eerst in Rome gevierd. De kerstboom duikt rond 1600 voor het eerst in de Elzas op. Vijftig jaar later zitten er in kaarsjes in. Kerstballen van glas zijn voor het eerst in 1848 in Thüringen verkrijgbaar. Het kerstfeest van de christenen is dus nogal wat jonger dan het Vuuraltaar van de brahmanen, maar in eenvormigheid, hardnekkigheid en onontkoombaarheid laat het zich nu al niet overtreffen. Overal op 25 december, overal kerstbomen met kaarsjes, overal ballen. Als het christelijk geloof geen rol meer speelt, wil nog wel eens geprobeerd worden het ritueel te ontvluchten. Mensen sluiten zich op achter de gordijnen van eigen huis, of gaan, als er geld genoeg is, wandelen op Schiermonnikoog, skiën in Oostenrijk, op safari in Kenia of overleven in Finland. Maar de kerstboom is overal, en als hij er niet is, wordt toch, stiekem, even, Stille Nacht, Heilige Nacht geneuried (uit 1818), een takje groen op de rugzak gestoken (sinds de Middeleeuwen), of 'op de vroege ochtend de vrouw tot wederzijds genoegen door de man extra met de roede geslagen' (voor-christelijk). Ondertussen weet niemand meer waarom je dat allemaal zou doen. Dat is maar beter ook, want je word gek, als je naar verklaringen gaat zoeken. De laatste die zich er in Nederland aan gewaagd heeft, is J.J. Mak. Hij schreef in 1948 Het Kerstfeest, Ontstaan en verbreiding, Viering in de Middeleeuwen. Ongerubriceerd, alsof het gevaarlijk zou zijn, is het in het Instituut voor Muziekwetenschap (!) van de Universiteit van Amsterdam te vinden. Blijkt het kerstfeest misschien zelfs iets te maken te hebben met het Vuuraltaar van Staal, de Agnicayana. Dat gaat een gewoon mens te ver. Ook al was kerst misschien geen ritueel, geen praktijk zonder zin of doel, het is het wel geworden. En ja hoor, kerst heeft alle trekken van een collectieve neurose van eenvormigheid, precies zoals Staal het bedoelde. Op de simpele vraag of er ontwerpers zijn die afwijkende kerstversiering in kleine oplage gemaakt hebben, luidt het antwoord bij de Bijenkorf: 'Gisteren was hier een Zwitsers ontwerper, waar we niets mee gedaan hebben. En enkele jaren geleden is er eens een boek met design-kerstbomen uitgegeven, maar dat is niet meer te krijgen.' Bij het Binnenhuis zijn mooie kaarsen te koop, maar die zijn ook mooi op 9 februari. Niet typisch kerst. Bij Metz en de Bijenkorf lijkt de wel ingekochte versiering bijzonder, zeker voor wie de witte kerstboom altijd het toppunt van smaak is geweest, maar, zoals een inkoper van een concurrent het uitdrukt, 'Amerikaans spul, made in Taiwan, niet de moeite waard.' Het boek Christbaumschmuck maakt bovendien duidelijk dat het om oude wijn in nieuwe zakken gaat. De mode van 1992 was 100 jaar geleden ook al mode. Het toppunt is de etalage van een design-winkel in de Jordaan. Versierd met rode ballen en slingers. Kerst: wat een goudmijn moet kunnen zijn voor ontwerpers, blijkt een collectieve neurose. Ze mijden het als de pest, branden er hun vingers niet aan. Daar is op zich niets tegen. 'Het spreekt vanzelf dat het ritueel een band schept tussen de deelnemers, de solidariteit en het moreel sterkt en een schakel met de voorouders vormt' merkt Staal op. Maar zou er ooit zoveel gezeurd worden tussen ouders en kinderen als met kerst? Wordt er ooit zoveel gekonkeld over wie het ritueel met wie viert? Nee. Wat dan overblijft is wel heel mager: neurotische opgekropte spanningen rond neurotisch eenvormig versierde kerstbomen. Het is vreselijk. 'Dat is het enige dat ik kende. Boom, bal, diner en tv. Het is koud, de mensen zijn naar binnen gekeerd' zegt Lisa de Wit erover. In Amsterdam, en misschien in heel Nederland, is ze de enige ontwerper die kerst met de vormgeving van versiering een spiegel voorhoudt. Ga er maar aan staan. 'Toen ik haar kamer zag, wist ik dat zij voor ons de kerstversiering moest maken' zegt Cok de Rooij van The Frozen Fountain, waar De Wits ontwerpen te zien zijn. 'Die kamer, ja. Die is boordevol. Wat ik mooi vind moet ik kunnen zien, dat moet aan de muren. Ik heb het altijd al gehad. Ik ben katholiek gedoopt, deed er niet veel aan, maar vond wel dat madonna's zulke mooie dingen aan hadden. Bernadettes van plastic uit Lourdes vulde ik met gekleurde vloeistof. Het groeide en groeide. Nu heb ik schilderijen van zigeunermeisjes, Indiase goden, ouderwetse dingetjes, mooi gedecoreerde gebruiksvoorwerpen, veel engeltjes, virgines de Guadeloupe, virgines de Sevilla, Mariabeelden, Spaanse danseresjes, portretjes van Frida Kahlo, skeletjes en houten beesten uit Mexico, Spaanse haarkammen, rozen met lampjes erin, kerstlichtjes, oude kerstballen met heel mooi brokaat erom of afbeeldingen van Maria erop, een piek met gekeurde lampjes, kandelaars, een ouderwets barbiepoppenhuis en een prachtig altaartje, moskee-achtig, met lichtjes. Een hoop dingen kan ik niet meer weghalen, omdat het herinneringen zijn geworden. De kamer lijkt vol, maar je kunt er nog wel lopen en het is er wel opgeruimd. Ik moet er tenslotte ook werken.' Studio Bona Lisa heet de kamer officieel, maar 'dat vind ik zo hard klinken en daarom onderteken ik mijn werk tegenwoordig met Rosa Lisa. Ik hou van rozen.' De produktie is hoog. Na dessins en prints voor kledingbedrijven te hebben gemaakt, kreeg Lisa de Wit twee keer een werkbeurs van het Fonds voor de Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Met de eerste ontwierp ze tapijten die ze door een Tibetaans gezin in India laat knopen. Van de tweede besloot ze ook te gaan fotograferen. 'Niet zo'n groot verschil. Het is allemaal zoeken naar een kader, kleur, en compositie.' Maar het lag allemaal nog in het platte vlak. Daaraan is met de altaartjes die ze voor The Frozen Fountain maakte een dimensie toegevoegd. De nieuwe dimensie was materieel een probleem, dat Lisa de Wit met Barend van Herpe oploste. Hij maakte de constructies, laste, soldeerde. Waarop De Wit weer reageerde. Maar over de ideeën bij de nieuwe dimensie kon geen misverstand bestaan. 'Het moest open, warm, uitbundig. Zoals in Zuid-Amerika. Ik heb altijd geweten dat ik dat mooi zou vinden. Dat wist ik van de kleurrijke plaatjes, van films. Een paar jaar geleden ontmoette ik in het voorbijgaan, het heeft misschien drie minuten geduurd, een Mexicaan. Hij gaf me zijn kaartje, ik reageerde bot. De volgende dag bedacht ik me. Mexico kwam dichterbij. Ik schreef een kaartje met excuses, kreeg een brief terug, we begonnen te schrijven. Dat ik werd uitgenodigd om kerstmis te komen vieren, was de druppel. Ik ging en dacht toen ik er aankwam: Nou ben ik thuis.' In San Juan Chamula, een indianendorpje waar toeristen niet mogen komen maar een jong indiaan haar binnenhaalde, zag ze het mooiste kerkje van haar leven. 'Het is een heel klein kerkje met een blauwe, ronde geschilderde deur. Toen ik die binnenging, moest ik huilen van ontroering. Overal hangen draperiën, lappen, op de vloer liggen dennenaalden, langs de wanden heb je glazen kastjes met oude beelden van de Indiaanse goden, die allemaal oude, vergane lappen aan hebben en een spiegel om hun nek. Er branden duizenden kaarsjes. Overal zitten Indianen met mandjes met eieren, met mescal, eten, drinken. Op hun knieën zitten ze luidkeels in trance te bidden. Tijdens de feesten heb je processies, waarvoor de mannen bijvoorbeeld als apen verkleed gaan. Soms worden er pasteitjes van apevlees bereid, tamales, om aan de goden te offeren. Mijn altaartjes hier zijn dankbetuigingen voor de ervaringen daar.' Het ging De Wit er niet om hier dunnetjes over te doen wat daar voor het oprapen lag. Het ging erom met Nederlandse elementen een volstrekt nieuwe sfeer te creëren. Toevallig is Mexico de inspiratiebron geworden. 'Maar door joodse, of creools-surinaamse feesten zou ik ook geraakt kunnen worden.' De altaartjes liegen er niet om. Hoe religieus ze er ook uit mogen zien, een gelovige zou ze als godslasterlijk bestempelen. Met Delfts blauwe tegeltjes, koektrommels, maanplaatjes en fronten van namaak-staartklokken, kwartelbotjes, suikergoed, spiegeltjes, sleutelhangers, kralen, plastic roosjes en harpjes, papier maché, poppetjes, kaarsen en lampjes met gloeidraden in de vorm van kruizen, dit alles bijeengehouden door ogenschijnlijk gammele constructies, heeft Lisa de Wit zes kleine dingen gemaakt ter gelegenheid van kerst die het verpletterende kerstritueel doen vergeten. Dat is raar. Er is een boom, van papier maché, ingelegd met Delfts blauw. De enige madonna is er in verwerkt. De boom doet het beeld van de kerstboom vervagen. Er is een engel, van een Mexicaans skeletje, met vleugeltjes, een rokje, een roosje, een kerstklokje. Die ene engel doet alle andere vergeten. Er is een kindeke Jezus. Het is een pop waarmee De Wit als kind gespeeld heeft. Hij heeft een Januskop en ligt in een kijkdoos met felgekleurde kijkglaasjes. Weg, de eeuwige kribbe. Is het kunst? De Wit: 'Wat is kunst?' Is het kitsch? De Wit: 'Wat is kitsch?' Misschien zijn de beelden alleen zo krachtig als je weet dat in de altaartjes een leven verzamelen zit. De Wit: '...?' Het kerstritueel is zo alomvattend dat de vormgeving ervan aan niemand voorbijgaat. In de Eerste Wereldoorlog waren kerstballen in de vorm van U-Boote in de aanbieding, in de Tweede ballen met hakenkruizen. Een afwijking van de standaardversiering maakt schijnbaar al gauw een verpletterende indruk. Het ritueel is natuurlijk altijd sterker dan de beelden van die ene ontwerper, daar is het een ritueel voor. 'Toch vind ik het jammer dat ik geen zwart kindeke Jezus heb kunnen vinden' verzucht De Wit bij één van haar poppetjes. Maar de markt is groot. Dus, dames en heren vormgevers, mag het ietsje meer zijn? Dan wordt het misschien toch ooit nog een aardig feest, die kerst. |
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis
© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 1996