Piraten worden beschermers


De grootste lap water waarover 's Rijks Waterstaat waakt is de Noordzee. Maar de directie Noordzee is de Benjamin van de organisatie, jong en klein. Hoofdingenieur-directeur, ir. D. Tromp, opende op 23 october het symposium ter ere van het vijfentwintigjarig jubileum van zijn organisatie met een terugblik. Over de toekomst van de zee liet hij grootgebruikers aan het woord. Opvallend aanwezig onder de sprekers, de waterbouw.

Zes jaar geleden kwam waterbouw in een door uw directie gesponsord boek over de Noordzee niet voor.

Nee, dat onderwerp is de laatste twee, drie jaar veel actueler geworden. Waterbouwers zijn hoe dan ook belangrijke spelers op het zeegebied. Als wij de kust versterken met zandsuppleties of de Waterweg onderhouden, voeren waterbouwers dat uit.

Is de directie de grote beschermer van de Noordzee?

Als je nu terugkijkt, werd de Noordzee op een heleboel plaatsen misbruikt. Omdat het bewaken van de kwaliteit van water en bodem van de zee één van onze taken is, voelt de directie zich geroepen dat misbruik terug te dringen.

Als je terugkijkt...?

De enthousiaste afdeling Havenmonden van de toenmalige directie Benedenrivieren werd omgevormd tot de directie Noordzee toen er mammoettankers in de nieuwe havenmond van Rotterdam kwamen en er vergunningen voor oliewinning verstrekt moesten worden. Het moet een mooie tijd zijn geweest. Alles moest en alles kon. Onze mensen vlogen met helicopters naar die enorme tankers om hun gedrag te bestuderen. En ­ dat is niet mis ­ er werd een enorme geul naar de Waterweg gegraven. Er was een directeur generaal die ons de 'piratendirectie' noemde.

Waardoor veranderde dat?

Een opkomend milieubesef. Ik werkte toen nog bij het Rijksinstituut voor de Zuivering van Afvalwater en herinner me dat er geruchten circuleerden over vele vaten afval op de zeebodem. Nationaal nam de belangstelling voor de zee toe en werd de Noordzee een zaak van vele departementen, VROM, Landbouw en Visserij, Economische Zaken.

Was daar een aanleiding voor?

Het werd erg gestimuleerd door een plan om in zee een afvaleiland aan te leggen. Kan dat volkenrechtelijk zomaar? Wat moet er dan met de scheepvaart en de visserij gebeuren? De overheid was er niet op voorbereid zulke vragen te beantwoorden en riep een jaar of twintig geleden de Interdepartementale Commissie voor Noordzee Aangelegenheden, de ICONA, in het leven. De uitkomst van de vele discussies was dat de overheid strenge eisen aan zo1n operatie moest stellen. Daarna is de interesse bij de initiatiefnemers verdwenen.

Is al dat overleg niet een bron van ergernis?

Integendeel. Het is onze taak iedereen met elkaar te laten praten. De sectoren, de nationale overheden, de internationale organisaties. Als wij zouden klagen dat dingen niet opschieten, zouden we ons als een sector opstellen en dat is wat we niet kunnen en wat we niet willen. We hebben de Noordzee op de agenda gekregen en houden die erop. In de vierde nota waterhuishouding wordt zij voor het eerst meegenomen. Ik heb hier op mijn bureau de interviews met alle betrokkenen liggen, een centimeters dikke nota. Die zullen we gebruiken om de bladzijden over de zee goed te onderbouwen.

En hoe gaat het nou met de Noordzee?

Landbouw, industrie en overheid gaan in alle betrokken landen zorgvuldiger om met wat er in water en lucht terecht komt. Er zijn geen boten meer om vuil te verbranden of afval te dumpen. In zee belanden veel minder afvalstoffen dan tien jaar geleden. Eén stof is weerbarstiger dan we dachten. Stikstof. Maar het terugdringen van fosfor bijvoorbeeld gaat prima.

En de scheepvaartlozingen?

Vanuit de lucht zien we dat er veel te veel olie wordt geloosd terwijl er toch een keurig verdrag is dat dat niet toestaat. Dat is één van de punten waarin we de komende vijf jaar verandering hopen aan te brengen.

Is er nu al betrokkenheid van de directie Noordzee bij plannen voor landwinning in zee?

Natuurlijk. We vinden het een interessant gebeuren, maar de politiek moet ja of nee zeggen. We denken er bijvoorbeeld over na hoe je daar ver in zee zand moet winnen om projecten als de tweede Maasvlakte verantwoord uit te voeren als daartoe besloten wordt. Moet je bijvoorbeeld op één plaats een diepe put maken of een groot gebied afgraven. Wij houden ons meer bezig met uitvoeringsaspecten dan met beleidskwesties.

Zouden landwinningsprojecten niet doorgaan als de mensen van de directie Noordzee erover zouden mogen stemmen?

Daar zou ik niet om willen wedden. Wij zijn een directie met veel verschillende afdelingen. Het onderhoud van de Waterweg en de kust is typisch een zaak van waterbouwers. De opzet van het meetnet Noordzee is een taak van technici. De kwaliteit van water en bodem is in handen van milieumensen. Hoe het dubbeltje van de landwinning bij ons zou vallen, zou ik niet weten.


<<<

Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis

© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 1996