'Je kunt kunstinstellingen niet eindeloos met half geld door de stad laten dolen'


Het was een mooi plan. Een bundeling van stichtingen en stichtinkjes die zich met moderne klassieke muziek bezighouden, de IJsbreker-coalitie, zou neerstrijken in het Zuiveringsgebouw van de Westergasfabriek. In februari van dit jaar stuurde Jan Wolff, directeur van De IJsbreker en voortrekker van de IJsbreker-coalitie, geïnteresseerden een prachtig schema. 'Dit is geen partituur van Karlheinz Stockhausen, maar het schema waarmee gewerkt wordt aan het project Zuiveringsgebouw Westerpark' stond erop. Er zat een spotprent van Opland bij waarop te zien was hoe Jan Wolff een orkest met zijn bootje door de schotsen van politiek en bestuur sleepte. Van de schots Gemeente Amsterdam was volgens Opland niet zoveel meer te vrezen, die was genomen. Maar deze zomer heeft juist die schots een rare omweg gemaakt en zich volstrekt onverwacht in de flank van Wolffs bootje geboord. De IJsbrekercoalitie koerst niet meer naar het westen maar naar het oosten, de kop van de Oostelijke Handelskade. De houthaven is uit, de zouthaven in zicht. Er is nog niets te zien. Maar over een jaar of vijf zullen er drie nieuwe theaters en de openbare bibliotheek verrezen zijn, zeggen de Amsterdamse wethouders van ruimtelijke ordening, financiën en kunst, Stadig, De Grave en Bakker. Het Westerpark heeft het nakijken maar voor de Staatskrant kijkt kapitein Jan Wolff nog één keer om.

'In het Westerpark en bij de Centrale Stad hoorde je in de wandelgangen de laatste maanden steeds luider 'Wolff heeft z'n kasboek niet op orde'. Dat vond ik niet leuk. Het is onjuist en onrechtvaardig. Ik was door een dubbelbesluit van de gemeenteraad in een klem gezet. Er was vijftien miljoen gulden voor een nieuw Centrum voor Moderne Muziek maar dan moest ik niet alleen de IJsbreker maar een combinatie van zesentwintig stichtingen op sleeptouw nemen met een totale structurele subsidie van zestien miljoen op jaarbasis. Dat is meer dan het Concertgebouworkest! Dat ging dus niet. Inclusief BTW heeft de coalitie 44 miljoen nodig.'

'En dan gebeuren er rare dingen, hoor. Er is een hardnekkig gerucht dat er ergens staat dat er nog dertig miljoen is voor ons en voor de Toneelgroep Amsterdam die met een vergelijkbaar probleem zit. Ik kan je verzekeren - mijn werkruimte stond op een bepaald moment zo vol met dossiers dat ik ze naar een zolderkamer versleept heb die ik nu de projectkamer noem - dat dat nergens in een stuk staat. Ik zag er ook niets van. Meestal hoorde ik van bestuurders 'Jan, vijftien miljoen is een knap bedrag, de rest moet je zelf maar zoeken'. Dat heb ik geprobeerd. De top van het ministerie van O, C & W is hier geweest. Ik hoopte dat zij me konden helpen in de wirwar van Haagse regelingen maar van andere ministeries wisten ze niets. Dus dan maar zelf naar Economische Zaken. Als ze daar een kunstinstelling zien aankomen, roepen ze direct dat je op het foute ministerie zit. Ging ook niet. Sponsoring? Alles is, met dikke complimenten voor Martijn Sanders, naar het Concertgebouw gegaan. Het Muziektheater heeft nog een schilderijtje hier en een schilderijtje daar gekregen maar toen was het sponsorgeld voor muziek echt op.'

'Het is raar dat jullie nu pas hier zitten. Er zijn dagen die een diepe indruk op je maken en die je nooit meer vergeet. 28 juni 1995 was er zo één. Toen hadden jullie aan de bel moeten trekken. De gemeenteraad besloot toen om kunststaatsecretaris Nuis om hulp in nood te vragen. Maar ik wist al dat daar nooit iets goeds van kon komen. Het ministerie van kunst wil wel voor kunst betalen, wat dat betreft hebben de IJsbreker-coalitie en de gemeente Amsterdam niets te klagen, maar voor gebouwen geven ze geen cent. 'Die moeten jullie zelf maar betalen' schreef Nuis in augustus dan ook aan Bakker. OK, dat staat dan nu zwart op wit, maar sinds 28 juni staat alles ook stil. Een vreselijke zomer heb ik ervan gehad.'

'Vijf jaar heb ik nu met die Westergasfabriek geleefd. Ik ben van dat gebouw gaan houden. Het is een gebouw om van te houden. Het past bij mijn bootje. Ja, ik heb in het echt ook een oud, antiek scheepje. Toen de Projektgroep Industrieel Erfgoed zich voor het terrein begon te interesseren, hoopte ik dat er een soort bruggenmuseum zou komen, dat delen van de spoorbrug die bij de Haarlemmerpoort is weggehaald er zouden worden gebruikt, dat er andere oude bruggen zouden worden neergelegd. Ik zag de ansichtkaarten met het rijtje antieke bruggen voor de oude fabriek al over de wereld gaan. Ik wilde door, door, door.'

'In de eerste week van september kreeg ik een telefoontje van de gemeente. 'Jan, kun je een week je mond houden?' vroegen ze. 'Ik wel,' antwoordde ik 'vertel op.' Toen hoorde ik dat er een plan was om Toneelgroep Amsterdam, het BIM-huis en de IJsbreker-coalitie alle drie een theater te geven op de Oostelijke Handelskade. Een donderslag bij heldere hemel. 'Dat houden jullie nooit een week onder de stolp' riep ik. Toen ik Bakker op het eeuwfeest van het Stedelijk Museum tegenkwam, heb ik hem dat ook nog even ingefluisterd. En ja hoor, een dag later stond het in het Nieuws van de Dag op de voorpagina. Voor het Westerpark moet dat een vreselijk sneu bericht zijn geweest.'

'Voor ons is de rekensom eenvoudig. Die vijftien miljoen staat er nog steeds en als de wethouder van Financiën, Frank de Grave, zich nu achter de plannen op de Oostelijke Handelskade schaart dan kan het niet anders of hij neemt het resterende bedrag ook voor zijn rekening. Je kunt kunstinstellingen niet eindeloos met half geld door de stad laten dolen. Want vergeet niet, de Westergasfabriek was onze vijfde lokatie, de Oostelijke Handelskade de zesde. Natuurlijk zal deze omslag ons wat tijd kosten. Er moet een haalbaarheidsonderzoek gedaan worden, een nieuw programma van eisen komen, een nieuw ontwerp, maar als dat allemaal gefaseerd gebeurt zie ik niet zoveel beren op de weg en zullen we in 2000 wel klaar zijn. Voor het Zuiveringsgebouw was dat eind '98, dus zoveel scheelt dat niet. En wat je ook niet moet vergeten, in het Westerpark lagen ook nogal wat beren op de loer. Hoe zou het met de bodemsanering gaan? Zou monumentenzorg de noodzakelijke bijdrage kunnen leveren? Zo duidelijk was dat allemaal niet.'

'Ik heb me ook afgevraagd hoe zoiets nou gaat. Kijk, het komt in de geschiedenis van een stad maar een paar keer voor dat er in één keer een aantal plekken openvallen die een nieuwe bestemming moeten krijgen. Die momenten zijn ongelooflijk belangrijk voor het gezicht van de stad. Dit is zo'n moment en dan hebben kleine oorzaken grote gevolgen. Ik denk dat het zo is gegaan. Trekpleister op de Oostelijke Handelskade zou een Indonesisch handelscentrum worden. Toen daar nog geen sprake van was, heb ik eens geroepen 'daar moet je iets neerzetten dat mooier is dan de opera van Sidney!' (een half in het water gebouwd operahuis, red.) maar met zo'n handelscentrum kon ik ook leven. Om mij niet bekende redenen zagen de Indonesiërs onverwacht van hun plannen af. Paniek, bellende ambtenaren, wethouders die bij elkaar zitten om de begroting voor 1996 rond te krijgen. 'Het BIM-huis moet ook al weg van de Oude Schans!' roept eentje er tussendoor. En dan is er een ander die bromt 'Mooi, als particulieren de mooiste plekken van Amsterdam niet willen ontwikkelen, dan doen we het toch zelf. Wat hebben we? De IJsbreker. Toneelgroep Amsterdam. Het BIM-huis. De Openbare Bibliotheek. Zetten we die er toch gewoon bij elkaar.' Ineens is iedereen razend enthousiast. 'Doen we! Doen we! Doen we!' klinkt het. En dan overal: 'Heb je het al gehoord?' En dan word ik gebeld.'

'Nee, waarom zou ik rancune voelen als ik aan het Westerpark denk? Ik ben geen rancuneus mens. Natuurlijk zijn er dingen gebeurd waarmee ik het niet eens was. Ik vond bijvoorbeeld dat het stadsdeel de voorlopige artistieke invulling van het terrein de afgelopen jaren, ik wil niet zeggen dóór mij had moeten laten doen, maar wel mét mij. In Amsterdam is niets zo definitief als een voorlopige invulling. Ik denk dat er nu met de IJsbreker-coalitie niet zo makkelijk geschoven zou zijn als we in de programmering van de gasfabriek een steviger vinger in de pap hadden gehad. Maar dat wilde het stadsdeel niet. Om begrijpelijke redenen. Ze wilden de mondige burgers in de buurt invloed gunnen en zo hoort het ook. Nu ben ik eigenlijk wel blij dat er nog met ons geschoven kan worden maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dat niet aan mij heeft gelegen.'

'Ach, en dan zijn er de kleine dingen. De man die roept 'Vergeet onze fanfare niet! Die moet hier paraderen!' En dan ga je naar de fanfare, blijkt dat die al veel verder is, dat die moderne muziek wil spelen. Nou, die is geschreven, dus dat kan. En het gedoe over de auto's. Liep ik met een podometer van de wandelvereniging van de Van Slingelandtstraat naar de fabriek. Twee kilometer, een kwartier lopen. Zeiden ze bij het stadsdeel dat ik overdreef. De kleine dingen. Irritant. Trouwens, nu komt de Italiaanse Opera Amsterdam in de gashouder. Die rekenen op 2800 toeschouwers per keer. Als dat aanslaat, ga je misschien wel naar een stroom bezoekers van een miljoen op jaarbasis. Daar vallen onze 40.000 bij in het niet.'

'Daarmee zijn we bij de toekomst van de fabriek. Ik weet dat kunst in Amsterdam leeft, dat er veel dynamiek in zit, dat aan een vrijplaats een enorme behoefte is. Ik maak me dan ook geen zorgen over de mogelijkheden van het terrein. Maar de keuze is aan het stadsdeel. Zal het ervoor kiezen het fabrieksterrein een vrijplaats te laten zijn? Zal de keuze voor de opera een keuze voor vastigheid blijken? Ik hoop maar dat er iets uitkomt waarvan de buurt zegt 'daar zijn wij, westerparkers, hartstikke trots op.' En dan is het goed.'

'Ik ga nu nog één keer aan een nieuwe lokatie voor de IJsbreker-coalitie staan. Ik verwacht er veel van. Natuurlijk weet je het in Amsterdam nooit. Wij zijn niet zo handig met gebouwen. Denk aan de Stopera, de Waag of het Olympisch Stadion. Blijft de Oostelijke Handelskade leeg, dan stop ik ermee. Dan ga ik alleen nog maar doen waarvoor ik ben aangenomen en wat ik er nu bij moet doen. Mooie muziek programmeren.'


<<<

Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis

© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 1996