Niet het buskruit uitgevonden | Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis |
![]()
|
In deze krant is regelmatig te lezen hoe verfijnd de techniek is die de westerse wereld in haar wapens stopt. In andere kranten wordt veel geklaagd over de wapens die mensen uit andere delen van de wereld hier hanteren, messen bijvoorbeeld. Het is gemeengoed geworden om messentrekken in verband te brengen met cultuur. ‘Ze’ trekken hun messen bijvoorbeeld om-de-eer en noemen dat dan ‘steken’. Foei. ‘Wij’ doen dat niet. Dus kon Trouw een jaar geleden koppen ‘Onze cultuur is de beste’. Is er tussen ‘beste cultuur’ en ‘verfijnde wapens’ dan geen verband? Het is ver te zoeken.
‘Wij’ hebben onze wapens overgedragen aan specialisten —agenten en militairen— en praten vervolgens ongewapend over onze goede bedoelingen. De verfijning waarmee ‘wij’ dat doen komt goed uit de verf in het onlangs verschenen filosofisch tractaat Politiek van goede bedoelingen van collega-columnist Achterhuis over ‘het debat’ naar aanleiding van de Kosovo-crisis. Over de door ‘ons’ gehanteerde wapens kom je daarin weinig te weten. Maar die komen dit najaar aan bod in Karin Jungers documentaire God is my co-pilot over het leven aan boord van de aircraft-carrier ‘Theodore Roosevelt’ tijdens diezelfde crisis. Alleen kom je dan weer weinig te weten over ‘onze’ bedoelingen. Of toch? De TR, zoals de bemanning het schip noemt, meet 100.000 ton en heeft twee kernreactoren voor de aandrijving. Zij —zo spreken ‘wij’ graag over een boot— draagt een dikke vijftig bommenwerpers en een dikke dertig andere vliegtuigen. 5680 mannen en vrouwen zorgen ervoor dat nacht na nacht en non-stop maar bij voorkeur in de nacht bommen op een hen onbekend land kunnen worden gegooid. De beste posities zijn voor de blanke mannen. De mensen zijn jong, sterk en intelligent. Ze dragen kleding waarop in de vorm heidense symbolen zijn aangebracht, ‘patches’. Ze bidden zo vaak ze kunnen tot de god van de bijbel, zelfs samen met hun vrouw of kind als ze tussendoor even naar huis bellen. Ziedaar, wapens en cultuur. Supermachines, supermensen, afgodenbeelden, vader, zoon en heilige geest. En dat innig verstrengeld tot een even sterke als platte knoop. ‘Wij’ hebben 700 jaar geleden het buskruit uitgevonden door van vuurwerk wapens te maken. Sindsdien zetten ‘wij’ geloof in ‘onze’ ene god, ‘onze’ ene (technisch-wetenschappelijke) waarheid, ‘ons’ ene (universele) recht, kortom ‘onze’ beste cultuur kracht bij in de hele wereld. Maar zoals ‘wij’ weten dat er bij ‘ze’ een relatie tussen messen en cultuur bestaat die steken heet, zo weten ‘ze’ uit lange ervaring dat er bij ‘wij’ een verband tussen wapens en cultuur bestaat dat, bijvoorbeeld, ‘ingrijpen’ heet maar oorlog is. Het is gevaarlijk om dat eenvoudige en oude verband tussen ‘onze’ verfijnde wapens en ‘onze’ beste cultuur niet te zien. Wapens en cultuur gaan dan een eigen leven leiden. Wapens worden dan al te gauw gehanteerd zoals cowboys het deden toen de rechter ‘west of Pecos’ nog Roy Bean heette. Het ingrijpen in Kosovo had werkelijk een uiterst magere juridische basis. Anderzijds spreken we messentrekkers toe alsof we god zelf zijn. Maar dat kunnen ‘wij’ alleen omdat ‘onze’ politie uiterst goed bewapend is. Zien ‘wij’ zulke verbanden niet onder ogen, dan zijn ‘wij’ huichelaars, gespleten, schizofreen. Ziek. Anders gezegd, wie anno 2000 over ‘onze’ cultuur spreekt zonder ‘onze’ wapens daaronder te scharen, of andersom, heeft het buskruit niet uitgevonden. |
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis | |
<<< | >>> |
© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 2009 |