Debat ter verheldering
van de wetenschappelijke en technische waarde van het veertig jaar geleden
in Mexico herontdekte gebruik van paddestoelen die bij gebruik het centrale
zenuwstelsel beïnvloeden.
Omdat ik de waarheid liefheb en haar graag aan het licht breng zal in
1997 over het onderstaande in Nederland gedebatteerd worden onder voorzitterschap
van Fred Dijs*, doctorandus in de chemie, alsook scheikundeleraar te Amsterdam.
Hij verzoekt de mensen schriftelijk met ons van gedachten te wisselen omdat
spreken zilver is en schrijven goud.
1. Wie zich anno 1997 over de rol van voornoemde paddestoelen
in de huidige cultuur wil uitlaten, dient op zijn minst het ‘best geschreven
en meest verbreide populair-wetenschappelijk verslag van een eenmalige
ervaring met drugs’ van Roger Gordon Wasson, toenmalig vice-president van
de New Yorkse bank J.P. Morgan & Company, in Life van 13 mei
1957 te hebben gelezen.
2. Wie zich over de scheikundige, biologische, medische en farmaceutische
aspecten van voornoemde paddestoelen uitspreekt, dient op de hoogte te
zijn van de inhoud van Les champignons hallucinogènes du Mexique
uit 1958 van Roger Heim, toenmalig directeur van het Muséum National
d’Histoire Naturelle in Parijs, en voornoemd bankier met daarin een belangrijke
bijdrage van Albert Hofmann, organisch chemicus in de farmaceutische laboratoria
van Sandoz in Bazel.
3. Iedereen met hart en gevoel voor de alpha- en bèta-wetenschappen
zal dan inzien dat voornoemde paddestoelen in de evolutie van de mens en
de geschiedenis van de menselijke cultuur in oost, west, noord en zuid
een ongelooflijk grote rol hebben gespeeld.
4. Iedereen met hart en gevoel voor de ziektes van het centrale
zenuwstelsel van deze tijd en het verlichten van het lijden dat daaruit
voortvloeit zal vervolgens inzien dat de de werkzame bestanddelen van voornoemde
paddestoelen of afgeleide c.q. overeenkomstige stoffen een grote rol in
de geneesmiddelenbereiding (zullen) spelen.
5. Er dient met eerbied gesproken te worden over mensen die
voor het ontstaan van de moderne wetenschap en techniek in staat waren
in de hen omringende natuur dit beperkte aantal soorten organismen te vinden
en aan te wenden voor het welzijn van de gemeenschap.
6. Er dient groot respect te zijn voor de rituelen waarmee het
gebruik van deze organismen was omgeven.
7. Het is belangrijk te constateren dat vrouwen daarin (ook)
een grote rol speelden.
8. Het is dramatisch dat de herontdekking van deze rituelen
in het midden van de twintigste eeuw geleid heeft tot het verdwijnen ervan.
9. De belangrijkste oorzaak van het verdwijnen is niet de herontdekking
maar het taboe dat het cultureel en economisch liberale westen in de tweede
helft van de twintigste eeuw op de organismen en hun bestanddelen heeft
gelegd.
10. Dat taboe is gebaseerd op minachting van het vrije westen
voor andere culturen, op het zich lenen van de wetenschap voor politieke
doeleinden in de Koude Oorlog en op het zich toeëigenen van kennis
in de vorm van patenten door geneesmiddelenbereiders zodat het zonder meer
koloniaal, pervers en protectionistisch genoemd kan worden.
11. Van meet af aan heeft de jeugd in het westen massaal van
de voornoemde paddestoelen en hun gebruikers idolen gemaakt zodat de eersten
onder hen al een natuurlijke dood zijn gestorven.
12. Tussen taboeisering en idolisering van de herontdekking
bestaat een onlosmakelijk, wederkerig, oorzakelijk verband.
13. Taboeisering en idolisering zijn beide even irrationeel
als contraproductief.
14. Geesteswetenschap, natuurwetenschap en techniek zijn gebaat
bij een redelijke en studieuze benadering in een open samenleving van de
nieuwe kennis over de oude kennis van de mens.
15. Onderzoekers aller disciplines dienen zich te verenigen
om ten strijde te trekken tegen de irrationele benadering van hun kennis
door de buitenwacht van partygangers, politieagenten, officieren van justitie,
volksvertegenwoordigers, ministers, ondernemers en journalisten.
16. En liever te luisteren ‘naar de berisping der wijzen dan
dat men hoort naar het lied der dwazen’ (Pred. 7:5)
MIIIM
______
*Liever niet. Dit staat hier slechts omdat vorm, aanhef en laatste
stelling van dit stukje ontleend zijn aan de 95 stellingen van Maarten
Luther uit 1517 en de hervormer daarin zo vrij was zichzelf tot voorzitter
van zijn eigen debat te benoemen.