Terug,
die toekomst |
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis |
![]()
|
Er is een boek geschreven
over stoffen die in de loop der tijd in aarde, water en lucht terecht zijn
gekomen, terug te vinden zijn in levende wezens en daarin een pseudo-hormonale
werking vertonen. Our stolen future. Het is prominent besproken
in spraakmakende dag- en weekbladen. Al Gore, vice-president van de US
of A, schreef een voorwoord.
Overbodige lectuur. Niet omdat het niet waar zou zijn of stemming zou maken of slecht geschreven zou zijn of wat dan ook, maar omdat je volgens mij over eenvoudige dingen eenvoudig moet nadenken. Wie het woord ‘pseudo-hormonaal’ nodig heeft om uit te leggen dat ‘open eind-toepassingen van polychloorbifenylen het milieu belasten’, behoort tot het probleem, niet tot de oplossing. We gaan het dus hebben over ‘opruimen’. En u zult ondertussen wel uit mijn kolommen hebben begrepen dat ik vice-president het liefst als vieze president schrijf. ‘Ruim die rotzooi achter je k... op!’ zei onze moeder een paar keer per dag tegen ons. K betekende toen wat anders dan nu. En de afwas was bij corvee geregeld. Ondertussen woonden we altijd onder de vlam van een grote raffinaderij ergens op aarde want mijn vader zat in de olie. Zwemmen deed je in zwembaden. De rivier en de zee waren vies. Ademen kon je alleen zorgeloos als de wind goed voor ons en verkeerd voor de buren stond. Er was voor gezorgd dat dat meestal het geval was. De troep waarin de ‘andere’ mensen leefden die op ‘ons’ geld afkwamen, laat zich met geen pen beschrijven. Ooit waren we op een plek in de wereld waar de fabriek werd gebombardeerd. Op een plek in Nederland was er ’s nachts een keer een explosie die de ramen uit de huizen van het dorp blies en kwam er ook eens een paar weken lang water uit de kraan dat we niet mochten drinken. Zeker 35 jaar heb ik grondig over deze kwesties nagedacht voor er knopen over door te hakken. Man, vrouw, maatschappij. Vader, moeder, fabriek. Voor mijn genot kroop ik onder moeders rokken omdat het daar lekker rook. De afwas voorkwam incest. Van pure jaloezie kon ik mijn vader wel vermoorden omdat hij zijn troep niet hoefde op te ruimen. De oliegeur hield me op afstand. De fabriek was mooi bij nacht als de lichtjes schenen en grauw bij daglicht. Lang heb ik gedacht dat ik ook bij een fabriek moest gaan werken. Dan zou ík mijn troep niet hoeven op te ruimen. Zíj zou gewoon lekker ruiken en het huis schoon laten houden door bedienden en kinderen. Maar na zeven jaar laboratorium wist ik dat ik helemaal niet wilde stinken en geen troep de lucht, het water of de aarde in wilde gooien. Ik wilde zelf lekker ruiken en in een omgeving zijn die makkelijk, namelijk door mijzelf, was schoon te houden. Ik wilde het beste van mijn moeder en weinig van mijn vader. Dan ben je bij een fabriek niet welkom. Een simpele kijk op de dingen maakt het leven er niet eenvoudiger op. We zitten met het probleem dat we troep maken. We zeggen dat we ons er ‘sinds de jaren zestig’ bewust van zijn geworden dat we ‘het milieu’ daarmee belasten. Ik heb vrolijk aan die bewustwording en -making meegedaan maar het is natuurlijk kletskoek, ‘bull’ roept Al Gore binnenskamers. Zolang er fabrieken zijn, is men zich bewust. Met het rijtje ‘Lucas Reijnders en de milieukundigen > Jac. P. Thijsse en de hygiënisten > W.N. Rose en de medisch topografen’ zijn we terug in het Rotterdam van de negentiende eeuw. Neem je stad als trefwoord dan zit je zo bij Theocritus’ lofzangen op het idyllische Griekse eiland Kos in de derde eeuw voor Christus. Troep voorkom je door het niet te maken. Wat je noodgedwongen toch maakt, ruim je zo goed mogelijk achter je op. En opruimen is niet hetzelfde als naar buiten gooien of het de Philippijnse werkster van je moeder laten doen. Nee, alles op zijn eigen plek in de kast. Alleen weggooien wat echt niet meer te gebruiken is. Gescheiden, graag. Kijk ook even of je van dat sardineblikje niet een autootje kunt maken. Dat weten wij technici allemaal best, we moeten het alleen nog even doen. Daar hoeven we geen dikke boeken voor te lezen lezen, zelfs niet als een vice-president er een voorwoord in schrijft. Terug, die gestolen toekomst. |
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis | |
<<< | >>> |
© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 2009 |