De machine en het wonder | Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis |
![]()
|
Van ’s ochtends
vroeg tot ’s avonds laat druk je op knoppen, draai je aan meters en trek
je aan handles. De dag begint en eindigt met het lichtknopje. Het laat
zich niet beschrijven welke techniek in de tussentijd je aandacht vraagt.
In de auto druk, draai en trek je non-stop aan van alles en nog wat zonder
er ook maar een moment bij na te denken. Met gevaar voor eigen leven maak
je je het leven zo gerieflijk mogelijk. Wonderlijk.
De gebruiker van techniek overlegt met de bedenker ervan middels een gebruiksaanwijzing. Als dat niet goed gaat, kan de leverancier geraadpleegd worden. Als die er gek van wordt, schept hij een helpdesk. In het uiterste geval worden er lessen gegeven en kan, mag of moet de gebruiker een diploma halen. De achterliggende gedachte is dat de consument zich ooit van de techniek kan bedienen zonder hulp van deskundigen. Een mooie, optimistische, vrije gedachte. Kom daar niet om bij medische techniek. Daar is de gebruiksaanwijzing een arts, apotheker en/of verpleegster. De achterliggende gedachte is dat de consument zich nooit van de techniek kan bedienen zonder hulp van deskundigen. Een neerbuigende, pessimistische, dwingende gedachte. Of worden hier appelen met peren vergeleken? Moet je de medische techniek zien als de techniek van de garagehouder, de televisiemonteur, de wasmachinereparateur, de techniek waar niemand wat van snapt, waar maar weinig mensen zichzelf aan wagen, die men graag aan anderen overlaat, en ook weer liever niet want ‘je weet immers nooit wat ze allemaal uitvreten als ze dat ding open maken’, waarover men graag individueel en collectief oorlogjes voert omdat er iets schort aan de garantiebepalingen, de prijs-kwaliteitverhouding, de service? Dat is een eerlijker vergelijking. De medisch deskundige is dan niet de gebruiksaanwijzing bij een huishoudelijke techniek, maar de bediener van techniek waarmee de huishoudelijke techniek wordt onderhouden en gerepareerd. Dat is niet neerbuigend maar dienend. ‘We zullen kijken wat we voor u kunnen doen.’ Het is niet pessimistisch maar gelaten. ‘We doen ons best, meer kunnen we niet doen.’ Het is niet dwingend, maar nederig. ‘We kunnen geen ijzer met handen breken.’ De vergelijking impliceert dat de mens in staat is met het lichaam om te gaan alsof het een levensmachine is. We drukken op onze knoppen, draaien aan onze meters en trekken aan onze handles zonder erbij na te denken. Op gezette tijden moet de machine nagekeken, onderhouden en zo nodig gerepareerd worden. Maar patiënten zien zichzelf niet graag als machine en artsen zichzelf niet als onderhoudstechnici. Dat is te profaan. Terecht. Niemand heeft ooit iets kunnen maken dat op leven lijkt. Het lichaam is geen machine die desnoods geheel opnieuw gebouwd kan worden mocht zij onverhoops voorgoed vastlopen. Anderzijds noemen artsen het onbekende van het lichaam niet graag ‘geheimzinnig’, ‘onstoffelijk’, ‘metafysisch’, ‘goddelijk’ of ‘heilig’. Als het dat zou zijn, zou er weinig na te kijken, te onderhouden en te repareren zijn. Dan zou een consult neerkomen op ‘laat ons bidden’. Wie gelooft daar nog in? Geen enkel weldenkend mens. Maar toch. Als artsen de techniek bedienen om onze huishoudelijke techniek te onderhouden, zou het ze sieren zich te beperken tot het machinale van ons lichaam. En in de andere gevallen hun werk, ‘praten’, als bidden te zien. |
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis | |
<<< | >>> |
© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 2009 |