Plant die god bevat? |
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis |
'Het eerste dat me te binnen schiet als ik aan die ervaring terugdenk, is dat de paddestoelen afschuwelijk smaakten. [...] De beelden die ik zag waren vooral veelkleurige geometrische patronen, buitengewoon levendig. Het leek alsof ze van achter uit mijn hoofd kwamen, ook al zag ik ze voor mijn open ogen,' schrijft Masha Wasson Britten over de eerste keer dat ze op zeventienjarige leeftijd voor de lol hallucinogene paddestoelen gebruikte. 'Toentertijd wist ik niets van fysiologie en anatomie, maar later, toen ik verpleegster was geworden, begreep ik dat mijn indruk juist was. De gezichtszenuw eindigt in de achterhoofdskwab van de hersenen, dus daar worden de visuele beelden verwerkt. [...] De lezer kan zich mijn reactie voorstellen toen mijn vader steeds maar vragen bleef stellen als: 'Wie was de koning van Engeland' in die en die tijd? Aanvankelijk liet ik de visioenen de visioenen en gaf ik hem antwoord. Maar uiteindelijk vertelde ik hem dat hij me stoorde. Mijn moeder schreef later [...]: 'Op afstand hoorde ik mijn dochter ongeduldig zeggen 'O vader, ik vermaak me te best om moeite te moeten doen met je te praten!'' [...] De visioenen duurden een uur of vijf, veel te kort. Daarna sliepen we even. Toen ik wakker werd, voelde ik mij uitgeruster en opgeknapter dan ooit tevoren.' Wat nu? Een heel gezin dat de geest verruimt met paddestoelen? Ja. Nog sterker, het eerste blanke gezin in de geschiedenis van de mensheid. Het tafereel speelde zich af in een gehucht in Mexico op 5 juli 1955. Dochter Masha Wasson Britten, nu Associate Dean en Associate Professor van een verpleegstersopleiding van de Universiteit van New York, schrijft het bovenstaande in een boek uit 1990 dat biologen, etnologen, scheikundigen, antiquaren, godsdienstwetenschappers, mycologen, taalkundigen, psychiaters - om maar een paar dwarsstraten te noemen - vier jaar na zijn dood aan haar vader Roger Gordon hebben opgedragen. Ze schrijft niet over een jeugdzonde maar over de dag dat haar vader haar in Mexico liet delen in zijn blijdschap over een ontdekking die de wereld en de wetenschap grondig zou veranderen. De eerste gebruikers In de eeuwen daarvoor schreef vrijwel geen enkele wetenschappelijk onderzoeker
over de rol van paddestoelen in de menselijke cultuur, in de jaren daarna
schreven onderzoekers uit alle disciplines erover. Buiten de wereld van
de wetenschap werd de paddestoel in de Verenigde Staten van Noord-Amerika
inzet van een kat-en-muis-spel tussen politie en jongeren dat op hoog niveau
gespeeld werd. Beide gevolgen van de ontdekking zijn nu, dertig, veertig
jaar later, overgewaaid naar Nederland. Cultuurfilosoof Ton Lemaire heeft
de invloed van de ontdekking op de geesteswetenschappen op een rijtje gezet
in zijn boek Godenspijs of duivelsbrood en in Rotterdam voeren een
politieagent en een jonge handelaar in paddestoelen een proefproces over
de vraag of gedroogde paddestoelen misschien wel niet en verse misschien
wel wel verhandeld mogen worden. De deskundigen Wasson wist van wanten. Hij slaagde erin om in een paar jaar tijd alles over de Mexicaanse paddestoel te (laten) onderzoeken. Hij achtte zich zelf in staat op een etnologisch aanvaardbare manier het gebruik door Indianen van wat hij toen de 'gewijde' paddestoel noemde te beschrijven. Ook voor een beschrijving van de plaats van de paddestoel in de archeologie van Midden-Amerika deinsde hij niet terug met als meest concrete resultaat dat hij over pre-colombiaanse Maya-beeldjes die bekend stonden als 'paddestoelenstenen' maar gezien werden als bijvoorbeeld fallussymbolen, schreef: 'Het is merkwaardig dat niemand ooit heeft geopperd dat de 'paddestoelenstenen' paddestoelen konden voorstellen.' Hij stelde voor ze te zien als gebruiksvoorwerpen in godsdienstige paddestoelenrituelen maar tekende aan dat het 'onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk' zou zijn dat ook daadwerkelijk aan te tonen. De biologie van de onbekende paddestoelen liet Wasson over aan Roger Heim, toen directeur van het Muséum National d'Histoire Naturelle in Parijs, ook al dood. Heim beschreef en benoemde ze. De belangrijkste soorten bleken tot het geslacht Psilocybe te behoren. De onbekende gaf hij namen als Psilocybe mexicana, Psilocybe Aztecorum en Psilocybe Wassonii. Over de laatste ontstond een controverse. Vijfentwintig dagen voordat Heim zijn nieuwe namen in het tijdschrift Mycologia publiceerde hadden twee collega's dezelfde paddestoel in een artikel Psilocybe muliercula genoemd en de afspraak is 'wie het eerst komt, wie het eerst maalt'. 'Men' vond de actie van de twee collega's nogal flauw want 'iedereen' wist dat de publikatie van het werk van Wasson eraan stond te komen. Pas twintig jaar later, in 1979, werd de kwestie recht getrokken toen een nieuwe Mexicaanse soort Psilocybe wassoniorum werd gedoopt. Belangrijker is dat Heim er in de jaren vijftig al in slaagde de paddestoelen te kweken. Dat maakt voor een chemicus het zoeken naar de werkzame stof een stuk makkelijker. De aangewezen man om het te doen was Albert Hofmann, ontdekker van het LSD. Op verschillende plaatsen op het internet (bijvoorbeeld http://www.flashback.se/archive/my_problem_child/) is zijn boek LSD: My Problem Child te vinden waarin hij ook een hoofdstuk aan de Mexicaanse paddestoelen wijdt. Hofmann werkte bij het grote Zwitserse farmaceutische bedrijf Sandoz maar 'niemand toonde veel ijver om dit probleem (van de paddestoelen) aan te pakken omdat bekend was dat LSD en alles wat daar mee te maken had weinig populaire onderwerpen bij de bedrijfsleiding waren.' Maar Hofmann deed het onderzoek op eigen houtje, inclusief proeven op zichzelf omdat honden en muizen niet op de stoffen uit de paddestoel leken te reageren. In november 1958 publiceerde hij de structuur van twee stoffen, psilocybine en psilocine. Het enige verschil tussen de twee is een fosfaatgroep. 'Psilocybine en psilocine zijn nauw verwant aan LSD, niet alleen wat hun effect op de psyche maar ook wat hun chemische structuur betreft. [...] Psilocybine en psilocine hebben een chemische structuur die erg lijkt op serotonine, een stof in de hersenen. [...] De twee stoffen uit de paddestoelen blokkeren, net als LSD, de werking van serotonine [...] Het grootste verschil met LSD is de kwantitatieve werking [...] (Ze) zijn meer dan 100 maal minder actief dan LSD [...] Bovendien duren de gevolgen van de stoffen in de paddestoelen maar vier tot zes uur, veel korter dan de gevolgen van LSD (acht tot twaalf uur).' Al in juli 1958 kon Sandoz psilocybinepillen en injectievloeistoffen leveren aan onderzoekers van de Clinique des Maladies Mentales et de l'Encéphale de la Faculté de Médecine van het Hôpital Sainte-Anne in Parijs. Zij dienden de stof toe aan normale proefpersonen en aan geesteszieken. Ze beschreven nauwkeurig de somatische en psychische gevolgen. In tegenstelling tot wat de deskundigen anno 1996 in de media meedelen - 'als het goed met je gaat, kan het een aangename ervaring zijn maar als het slecht met je gaat, voel je je nog slechter' - schetsen ze het volgende beeld. Normale proefpersonen ondervinden in vier van de vijf gevallen een gevoel van welbehagen en bijna even vaak een gevoel van onbehagen. Dat lijkt onmogelijk maar het onbehagen komt vaak na het welbehagen. Maar 'de angstige proefpersonen worden in alle gevallen kalm van de aanwezigheid van de onderzoeker.' Geesteszieken reageren minder duidelijk op psilocybine, althans de reactie is niet zo makkelijk waar te nemen 'omdat onze zieken een zwak introspectief vermogen hebben'. Niettemin geldt ook bij hen dat wel- en onbehagen in ongeveer gelijke mate voorkomen. Zowel bij normale als bij zieke proefpersonen komen (jeugd)herinneringen boven. Bij de zieken zijn dat 'natuurlijk vaak traumatiserende scenes', bij de gezonde proefpersonen 'herinneringen uit de kindertijd zonder pijnlijk karakter'. De slotconclusie luidt: 'We hebben binnen de grenzen van ons onderzoek in ieder geval geen enkel ongunstig effect waargenomen, noch op het somatische, noch op het psychische niveau.' Wasson en Heim bundelden eind 1958, begin 1959 alle wetenschappelijk resultaten in een volumineus boek met de titel Les champignons hallucinogènes du Mexique waarin alles van waarde te vinden is. Nog een paar keer ging Wasson naar Mexico. In 1962 ging Hofmann mee met een potje psilocybinepillen op zak. De curandera María Sabina deed daar bij wijze van experiment een velada mee. 'Toen we bij het krieken van de dag María Sabina en haar mensen verlieten, zei de curandera dat de pillen de zelfde kracht hadden als de paddestoel, dat er geen verschil was. Hiermee bevestigde de hoogste autoriteit op dit gebied dat synthetische psilocybine identiek was aan het natuurprodukt. Als afscheidscadeau liet ik voor haar een potje pillen achter. Stralend legde ze onze tolk Herlinda uit dat ze nu zelfs buiten het paddestoelenseizoen consulten kon doen.' Beatniks Voor Wasson was daar de kous van de Mexicaanse paddestoelen wel mee af. 'Ik ben geïnteresseerd in de vroege geschiedenis van de mens [...]. Of scheikundigen en therapeuten een of andere nuttige toepassing zullen vinden voor de bijzondere stoffen die we hebben ontdekt in deze vreemde planten, kan ik niet voorspellen.' In de jaren zestig bestudeerde hij de rol van de vliegenzwam in het India uit de tijd van de Veda's. In de jaren zeventig hield hij zich bezig met de mogelijke rol van moederkoren in het Griekenland van de Eleusische Mysteriën. En de laatste tien jaar van zijn leven probeerde hij zijn kennis te bundelen in een theorie over het ontstaan van godsdienst. Het enige dat was blijven liggen was een nauwkeurige transcriptie van een velada van María Sabina die Wasson integraal had opgenomen. In 1974 werd die pas gepubliceerd, niet alleen omdat het veel tijd had gekost om het spreekgezang van María Sabina in notenschrift om te zetten, maar ook omdat de taal waarin ze sprak toen pas wetenschappelijk verantwoord op schrift gezet en vertaald kon worden. Zou het bij Wassons boeken zijn gebleven dan zouden er nu geen winkeltjes zijn die paddestoelen verkochten. Maar met zijn artikel in Life uit mei 1957 veranderde Wasson ongewild de wereld. Het zou 'het best geschreven en wijdst verspreide verslag van één drugservaring in de moderne geschiedenis' zijn. Het sloeg in als een bom. Het huis en het dorpje van María Sabina werden in tien jaar plat gelopen. Het voetpad werd letterlijk verbreed en verhard tot een autoweg. Carlos Casteneda dankte er zijn immense roem aan. Mick Jagger, John Lennon en Peter Townsend lieten zich door María Sabina genezen. Het werd bekend dat hallucinogene Psilocybe-soorten zo'n beetje overal groeien en vanaf 1975 kwamen gekweekte paddestoelen in de Verenigde Staten op de zwarte markt. María Sabina was in de ogen van haar streekgenoten een verraadster geworden die een goed bewaard geheim aan de blanken had prijs gegeven. Wasson was in de ogen van María Sabina een verrader geworden omdat hij zijn ontdekking gepubliceerd had. En de beatniks waren in de ogen van Wasson de verraders geworden van een heilig gebruik. 'Ik kwam samen met de snelweg, het vliegtuig en het alfabet,' schrijft hij ter rechtvaardiging, 'Als ik er niet geweest was, was het ritueel niet vastgelegd.' De overheid In augustus 1955 nam de chemicus James Moore contact op met Wasson. Hij wilde mee op een expeditie en mocht mee, niet in het minst omdat hij een fonds kende dat wel 2000 dollar wilde bijdragen. Twintig jaar later werd bekend dat Moore en zijn geld door de CIA, de Amerikaanse inlichtingendienst, gestuurd waren. Via het Geschickter Fund for Medical Research, genoemd naar en beheerd door dr. Charles Geschickter van een universiteitsziekenhuis in Washington, stopte de CIA miljoenen dollars in gevoelig medisch onderzoek. Zowel in de jaren vijftig als in de jaren zestig vertoonde de dienst een morbide interesse voor geestverruimende middelen omdat die wel eens dienst zouden kunnen doen als waarheidsserum bij verhoren of gek makend wapen in de strijd tegen de communistische vijand. De middelen werden vaak zonder medeweten van de betrokkenen uitgetest op honderden proefpersonen. En voldeden nooit aan de verwachtingen. Met lede ogen zagen de overheden in Noord-Amerika en West-Europa aan hoe het gebruik van geestverruimende middelen zich met name onder jongeren verspreidde. Het was een schok dat Heim de paddestoelen bleek te kunnen kweken. De beperkende maatregelen die tegen produktie, verkoop, bezit en gebruik werden genomen, dwongen Sandoz tot het staken van de produktie van LSD en psilocybine in augustus 1965. Het veelbelovend begonnen natuurwetenschappelijk onderzoek over de werking van de stoffen werd op een zacht pitje gezet. Psychotherapie op basis van het toedienen van LSD of psilocybine - in Nederland was prof. J. Bastiaans er beroemd c.q. berucht om - werd om dezelfde redenen gestaakt. De jeugd schiep een zwarte markt. Geen sex, maar god Volgens Wasson heeft de mens door het gebruik van geestverruimende middelen toegang gekregen tot een wereld waarin het verlossende woord gehoord kon worden. María Sabina sprak de paddestoelen die ze at zo toe: 'Ik ben een mond die naar je zoekt, maar je let niet op mij. Kom.' En in diepe trance zegt ze bijvooebeeld: 'Mijn zuiver schrijver, de schrijver is bereid [...] Daar is God, daar is die van wie de wereld is.' De Indianen meenden dat de woorden die de curandera sprak niet uit haar brein maar uit de paddestoel kwamen. Dat de paddestoel sprak. En de uitspraken die gehoord werden bevatten boodschappen voor de toehoorders. Onder andere daarom wilde Wasson af van woorden als psychedelica, drugs en hallucinogenen. In klein comité werd besloten tot het woord 'entheogeen', een stof die de eigenschap bezit de idee van god op te roepen. In de beelden die op televisie van het gebruik getoond worden ligt de nadruk erg op sex. Het is de vraag of dat de werkelijkheid van het gebruik van 'paddo's' geen geweld aandoet. De handelaren raden hun klanten aan geen grote gezelschappen op te zoeken maar thuis of in de natuur met vrienden hun heil te zoeken. 'Paddestoelen zijn geen 'feest-middelen' voor lichtvoetig (Eng. lightheaded) vrijetijdsgebruik ook al zou je waardevolle inzichten kunnen krijgen. De paddestoelen dienen zorgvuldig benaderd te worden,' meldt een internetpagina waar paddestoelen en sporen besteld kunnen worden en achtergrondinformatie wordt gegeven. Ook de winkels in Nederland doen die gerechtvaardigde oproep tot voorzichtigheid hoewel dat doorgaans op niet meer dan vage kennis is gebaseerd. 'O, die man van dat artikel in Life. Heb ik over gehoord, ja, maar ik heb het nooit gelezen.' Mijn indruk is dat paddo's met een zeker respect benaderd worden. De waarschuwingen tegen het gebruik zeggen veel over de angst van de waarschuwer. Op internet zijn overigens honderden verwijzingen te vinden naar 'entheogenen'. Met name in de Verenigde Staten drijft het woord mee op de golven van politieke correctheid vanwege de niet-westerse wortels van het gebruik, van New Age vanwege de relatie met het hogere en van 'excentrieke' wetenschap vanwege de mooie combinatie van geest en stof. Sinds een commissie van de Amerikaanse Food and Drug Administration in 1992 de aanbeveling deed weer uitgebreider medisch onderzoek naar deze stoffen te doen, doen 'gewone' wetenschappelijke onderzoeksgroepen ook weer experimenten met lsd en psilocybine. Het gaat daarbij om mogelijke toepassingen in de psychotherapie en om onderzoek naar de functie van serotoninereceptoren in de synapsen van zenuwcellen van het centrale zenuwstelsel, de plek waar bijvoorbeeld ook een middel als Prozac zijn werk doet. Dat onderzoek is een jaar of tien geleden in een stroomversnelling geraakt toen met moleculair-biologische technieken de receptoren uit de synaps 'gekweekt' konden worden. Nieuws? Over de paddestoelen uit Mexico is sinds het werk van Wasson uit de jaren vijftig en zestig weinig 'geesteswetenschappelijk' nieuws te melden. In 1991 weigerde de antropoloog Claude Lévi-Strauss, één van de weinigen in West-Europa die het werk van Wasson goed kende en op waarde schatte, mee te werken aan een film over de paddestoelen. 'Ik ben oud en het onderwerp ook.' Het mag verbazing wekken dat tientallen jaren na de psychedelische revolutie van de jaren zestig de Nederlandse jeugd en cultuurfilosofie weer grijpt naar geestverruimende middelen. Dat is geen revolutie maar een achterhoedegevecht. Van het 'natuurwetenschappelijk' onderzoek aan serotonine(receptoren) wordt veel verwacht. Serotonine speelt behalve in het centrale zenuwstelsel ook een rol in de wanden van bloedvaten en darmen. Serotonine-achtige stoffen zouden een geneesmiddelenmarkt van miljarden dollars kunnen vormen, menen Amerikaanse marktanalysten op z'n Amerikaans. Ook in Nederland wordt er op universiteiten en bij farmaceutische bedrijven naarstig gezocht naar geneesmiddelen die daar aangrijpen. De ziekten waartegen ze werkzaam zouden kunnen zijn, vormen dan ook een aantrekkelijke waslijst. Schizofrenie, depressiviteit, Alzheimer, misselijkheid bij bestraling, hoge bloeddruk, migraine, anorexia, gedragsstoornissen en verslaving aan alcohol en cocaïne. Misschien is de wens te genezen de vader van de gedachte dat dat ook kan, maar 'design' van 'drugs' die op serotonine lijken zal nog wel even doorgaan. En wat het proefproces in Rotterdam betreft, Wasson nam in juli 1955 een paar paddestoelen naar New York mee en gebruikte ze zes weken later, op 12 augustus, op zijn slaapkamer in New York. Ze waren droog geworden. Psilocine is dan afgebroken maar daar merkt de gebruiker weinig van. Wasson: 'Als er al een verschil was, dan was het dat hun hallucinogene werking was toegenomen.' |
|
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis | |
<<< |
|
© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 1996 |