Een horloge
van een half miljoen, niet omdat de kast bezaaid is met briljanten maar
omdat het uurwerk alles kan wat tot voor kort alleen een grote klok kon,
zo'n horloge wil je zien, aanraken, even om hebben. Maar kopen?
De instrumentmaker houdt het op 'een juweeltje, de droom van een horlogemaker, en als je toch een half miljoen te vergeven hebt...' Mijn gezelschap fluistert me in dat 'het eigenlijk een lelijk ding' is. Zelfs de importeur zegt in alle oprechtheid dat hij het niet zou aanschaffen omdat 'het niet bij mijn levensstijl past, en, om eerlijk te zijn, ook niet bij mijn portemonnee.' Maar alle betrokkenen hebben de grootste moeite gedaan om het in Nederland te krijgen want het is zo uniek dat het vlak na de jaarwisseling in onze documentaire over 'Tijd' moet, die 'schijnheilige heer in pandjesjas' die 'een bloedverbond gesloten (heeft) met de Dood' om met de woorden van schrijfster Carla Bogaards te spreken. Dit horloge is een gevecht tegen de dood. Het heeft een eeuwig leven dankzij een mechaniek van 750 onderdelen dat ervoor zorgt dat niet alleen (fracties van) seconden, uren, minuten, dagen, maanden, maanstanden en jaren worden aangegeven maar ook de eeuwen. De 19 van 1995 staat op een plaatje van een kleine vier millimeter dat aan het eind van iedere eeuw 1,2 millimeter opschuift. Er kunnen dus drie eeuwen op. Op 31 december 2199 is het plaatje aan zijn eind. Geen nood, in het horloge zit een reserveplaatje met 22, 23 en 24 erop zodat een horlogemaker het euvel makkelijk kan herstellen en er pas op 31 december 2499 een echt probleem is. Bestaat het bedrijf dan nog wel dat de horloges 500 jaar geleden in de jaren 90 van de twintigste eeuw maakte? Dat bedrijf is IWC, International Watch Company Ltd, in Schaffhausen. 'Natuurlijk, Zwitserland, hoe kan het anders!' Maar het ligt wat ingewikkelder zoals de weinig Duitse of Franse naam al doet vermoeden. De oprichter was een Amerikaan, Jones, die 127 jaar geleden meende dat de Zwitserse horlogemakers weliswaar mooie horloges konden maken maar dat maar op een rare manier deden: in de huiskamer, met de hand, nadat ze eerst de koeien hadden gemolken. Dat moest met waterkracht. Daarom vestigde Jones zich eenzaam in Schaffhausen, ver van de andere horlogemakers, niet in de bergen maar aan de rivier. Het horloge van een half miljoen werd ontwikkeld om het 125-jarig bestaan van IWC te vieren. Er is ook wel wat te vieren. Het bedrijf van Jones maakte en maakt ongelooflijk goede mechanische horloges. De beste, dat kun je niet zeggen als fatsoenlijk scepticus in consumentenaangelegenheden, maar, om een voorbeeld te geven, wel zo goed dat alle piloten van de Royal Air Force een IWC-horloge om hadden als ze Duitse steden gingen bombarderen: de Fliegerchronograph. Het trendy, want retromerk Fossil heeft zijn Defender ervan afgekeken. Het heeft een kleine tien jaar gekost om Il Destriero Scafusia, Het Strijdros van Schaffhausen, zoals IWC het jubileumhorloge gedoopt heeft, te bedenken. 'Er was ruim zeven jaar nodig om te komen tot een répétition minute en twee jaar voor de rattrapante en de tourbillon', verklaart Paul Simons, de importeur. Zijn woordkeus verraadt al dat het hier niet om nieuwe dingen gaat. Een répétition minute is een slagwerk dat uren, kwartieren en minuten slaat. De principes ervan zijn al eeuwen bekend en, even afgezien van de minuten, toegepast in klokken als die van de Munt en de Westertoren. Een rattrapante wil zeggen dat een chronometer is uitgerust met een tweede wijzer die je 'even' gelijk kunt zetten met wijzer nummer één zodat je tussentijden kunt meten. En een tourbillon is een mechaniek om ervoor te zorgen dat een mechanisch horloge in alle standen even snel loopt. Het werd twee eeuwen geleden al gebruikt door de Zwitserse fransman Breguet, een groot horlogemaker die als eerste zijn horloges op de grond gooide om te laten zien dat ze shockproof waren. Al die dingen op zich waren het probleem niet maar ze allemaal in een polshorloge proppen was nog niemand gelukt. Van de Destriero worden maximaal 125 exemplaren gemaakt. IWC kan er per jaar een stuk of 25 leveren maar past de produktie aan de vraag aan. Het horloge dat in Nederland was, was nummer 110. In Nederland is er nog nooit een verkocht. De kopers moeten gezocht worden in de kringen van de superrijken, eerder in de emiraten dan in Hollywood. Het horloge is overigens zo uitzonderlijk dat Simons zich niet durft uit te laten over de prijsontwikkeling van zo'n ding. Wordt het een verzamelaarsitem waarvan de waarde naar ongekende hoogten stijgt of zal de prijs net zo crisisgevoelig zijn als die van antieke auto's? Ondertussen is het strijdros het land weer uit. Ook deze kerst heeft zich in Nederland geen koper gemeld. De schoonheid van ouderwetse techniek is onvergetelijk. Het horloge heeft een onderkant van kristal zodat je de rattrapante en tourbillon in werking kunt zien. Volgens de instrumentmaker is dat waarschijnlijk ook de reden waarom het niet automatisch is. 'Een rotor die de polsbeweging omzet in veerkracht, zou de eigenaar het zicht op het mechaniek ontnemen.' Het geluid van het slaande horloge is van een ontroerende breekbaarheid. Wonderlijk blijft het dat je een horloge van een half miljoen iedere dag moet opwinden. En zelfs als je dat doet, is de nauwkeurigheid niet groter dan 'twee, drie seconden plus, want achterlopen mogen ze nooit' zoals de instrumentmaker het uitdrukt. Ook kun je de tijd van het horloge niet terugzetten. Dan draai je de kalender kapot. Als je het per ongeluk een week vooruit zet, moet je het stil laten vallen tot de tijd het horloge heeft ingehaald. De instrumentmaker is ervan overtuigd dat het horloge sterker is dan de dood en de vijf eeuwen wel haalt. 'Als je het maar regelmatig laat smeren. En de mensen na jou dat ook doen natuurlijk.' Ofwel, de dood wint het van onze tijd maar niet van die van dit onbereikbare horloge. |
Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis
© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 1996