De beste geschiedenis is geen geschiedenis


De Rijksuniversiteit Leiden viert haar 84ste lustrum onder het motto '420 jaar Vernieuwing als Traditie'. In het afgelopen weekend stond het 23ste CAA congres op het programma. CAA staat voor 'Computer Applications and Quantitative Methods in Archeology', laten we zeggen 'Computers en oudheidkunde'. De archeologen die er waren zitten vaker achter het computerscherm dan in het veld.

Eén Engelse onderzoeker, J. Steele, schetst met behulp van de computer een eenvoudig beeld van een momentje oudheid. De mens verspreidt zich over de aarde als een weidechampignon in het veld. In kringen. 'De eerste mensen in de Verenigde Staten zetten 11.000 jaar geleden in het noord-westen de eerste voet aan de grond en verspreidden zich in golven over het land met een gemiddelde snelheid van ongeveer anderhalve kilometer per jaar. Natuurlijk ging het in de Rocky Mountains wat minder snel.' Op dia wordt een computerbeeld getoond van de ontwikkeling van de oorspronkelijke bewoning van het Noordamerikaanse continent. Alsof je een steen in het water gooit en de Rocky Mountains een drijvend stuk hout zijn.

Een andere Engelse onderzoeker, J. McGlade, vindt dat de moderne wiskunde hem dwingt juist weinig geloof te hechten aan zulke 'modellen' van de oudheidkundige werkelijkheid. 'We zijn in de wiskunde nu zover dat we kunnen kijken naar wat er achter een grafiek zit. Natuurlijk kan het lijken alsof een bevolking zich in een rustige regelmaat over het land verspreidt, maar in de wiskunde is het bekend dat zo'n regelmaat niet is wat het lijkt. De snelheid is een gemiddelde snelheid waaruit we niet mogen concluderen dat er sprake is van een evenwichtige ontwikkeling van een groep mensen, die zich langzaam maar zeker aan een nieuwe omgeving aanpast. Integendeel, het gemiddelde is de som van een groot aantal onevenwichtige gebeurtenissen. Onevenwichtigheid is de regel, evenwicht de uitzondering. Wij hebben zelf het meest woestijnachtige gebied van Europa, het Vera-basin in Zuid-Oost Spanje, onderzocht en geprobeerd een waarheidsgetrouw beeld van de ontwikkeling na de laatste ijstijd te krijgen door er niet-lineaire dynamica, populair gezegd, chaostheorie op los te laten. We kunnen zien aan de neerslaggegevens uit de moderne tijd dat die jaarlijks sterk verschillen, zo sterk dat er geen peil op te trekken is. Toch zien we in de analyse van het landschap dat perioden van opbouw en afbraak elkaar met een ritme van enkele honderden jaren hebben afgewisseld. Het gebied is al die tijd bewoond geweest, maar niets wijst erop dat de mensen dat ritme gevolgd hebben. Dat is logisch. We zijn erachter gekomen dat boeren in het gebied bijvoorbeeld van hun grootvader weten dat bepaalde stukken grond die nu niet te bebouwen zijn, dat ooit wel waren. Mensen kunnen dus een tijdspanne overzien van, laten we zeggen, honderd jaar. Dat is een andere orde dan een geologische van, laten we zeggen, duizend jaar. We zien dan ook opvallende dingen. Zo zijn de Arabieren er gekomen toen de natuur van het gebied achteruit holde. Het werd droger en droger. Dat losten ze op door terrassen aan te leggen en hielden het zo 900 jaar uit. Het zou best kunnen dat hun terrassen in een 'natte' periode niet het goede antwoord was geweest. Verder weten we dat de Romeinen er een soort hit-and-run politiek hebben gevoerd. Ze zijn er even geweest en hebben alles meegenomen wat van hun gading was. In de negentiende eeuw deden ondernemers van buiten het gebied hetzelfde. Ze lieten het aanwezige loodglans delven tot de wereldmarkt 50 jaar later in elkaar stortte. Ze hadden een soort cowboystadjes gemaakt en daarvoor het aanwezige bos verwoest. We zien dus dat de mensen waarvan we de geschiedenis kennen, niet de ontwikkelingen in de natuurlijke gesteldheid van het terrein volgden. Het lijkt ons dan ook weinig zinvol om ervan uit te gaan dat de 'vroege mens' dat wel deed. Juist daarom is die niet-lineaire dynamica zo belangrijk. Die levert veel meer vragen op dan de lineaire die Steele bij de oorspronkelijke bewoning van Noord Amerika toepaste. Ieder eenvoudig beeld dat je schetst van het verleden legt iets vast dat bewoog en doet daarmee de werkelijkheid onrecht aan. Stel dat een machtige man in die vroege tijden een beslissing nam op basis van wat hij wist van het terrein. We weten nu dat hij niet kon weten hoe het terrein zich zou ontwikkelen. Hij nam dus een beslissing op basis van een idee, terwijl de werkelijkheid zich voor hem onzichtbaar voltrok. Zo schiep hij een vertraging in het systeem van mens en natuur. Uit de niet-lineaire dynamica weten we dat zo'n vertraging kan leiden tot een verstoring en dat een verstoring uiteindelijk zal zorgen voor een overgang naar een andere orde, een andere verhouding tussen mens en natuur. Kortom, we weten dat er een geschiedenis van de oudste bewoners van het gebied is geweest, maar we kunnen nooit weten welke. Daarmee staat ons hele idee van geschiedenis op losse schroeven, maar zijn we dichter bij de wetenschappelijke waarheid.'

Meer dan tweehonderd onderzoekers waren er op het congres in Leiden. Het bovenstaande is dus geen verslag, maar een momentopname. Een typisch moment. De vernieuwing 'eenvoudige computer' schept een 'traditioneel' beeld van vroege mens en omgeving. De vernieuwing 'ingewikkelde wiskunde' schept een 'revolutionair' beeld, namelijk geen. Dat is geen 'Vernieuwing als traditie' meer, maar 'Revolutie als doodsklap'.

Bij de lunch zaten we naast een Engelsman die met kaartjes van Zuid-Limburg en eenvoudige statistiek probeerde aan te tonen dat die provincie volgens Romeinse systemen verkaveld is geweest. Die roeit de computer gelukkig nooit uit, de professors Zonnebloem.


<<<

Beeld * Tekst * Uitleg * Leven * Thuis

© fred dijs, In beeld, tekst en uitleg, 1996